Blauw in de vuurlinie
Wat we niet zien als we wijzen
Er was een tijd dat een politieagent op straat automatisch respect kreeg. Niet uit angst, maar omdat je wist: dit is iemand die bij gevaar naar voren stapt terwijl jij achteruitdeinst. Iemand die je belt als je huis is leeggehaald, als je kind vermist is, als er iets gebeurt waar je zelf geen raad mee weet. Gewoon iemand die komt als niemand anders nog komt.
Maar die tijd lijkt ver achter ons te liggen. Vandaag de dag dragen agenten niet alleen een kogelwerend vest, maar ook de littekens van publieke minachting. Ze worden uitgescholden, bespuugd, gefilmd, gehekeld en zelfs aangevallen maar niet door criminelen. Helaas door de samenleving waar ze deel van uitmaken. De cijfers zijn geen incident meer. Ze zijn structureel. In 2024 waren er meer dan 12.500 meldingen van geweld tegen politieagenten. Dat zijn geen scheldpartijen alleen. Dat is lichamelijk geweld, bedreiging of pogingen tot doodslag. Oftewel doxing.
Het uniform is niet langer bescherming, het is nu een schietschijf geworden.
Hey, zoek je nog een origineel cadeau?
Wat er kapot ging sinds corona
Veel veranderde tijdens de coronajaren. De straat werd een slagveld van meningen, complotten, maatregelen en onmacht. Agenten moesten handhaven op richtlijnen die ze vaak zelf niet gekozen hadden, waar ze privé ook vragen bij hadden. Maar de buitenwereld zag alleen het blauwe pak, de menselijke twijfel daarachter verdween in het collectieve beeld. De ME-agent die met een wapenstok een demonstrant wegslaat. Een agent die een vrouw tegen de grond werkt en dan nog de charge. De waterkanonnen, de rook. En toen kwam het oordeel… op kleine stukjes fragmenten…
Politie werd voor velen het gezicht van staatsdwang. Van ‘onderdrukking’, de boosheid over het beleid richtte zich niet op de verantwoordelijken achter gesloten deuren, maar op de uitvoerders in de open lucht. En die uitvoerders kregen klappen, letterlijk en soms hard terug. Want ja, ook agenten zijn mensen. En waar de druk structureel te hoog wordt, breekt er iets. Een grens, Eeen blik en controle. Wat je ziet is het gedrag, wat je niet ziet, is de opbouw die er vooraf gaat.
En dat is precies het probleem.
We kijken naar agenten als uitvoerders van macht, niet als mensen onder druk. We zien het pak, niet de persoon. We beoordelen de handeling, niet de context. En zo ontstaan twee parallelle werkelijkheden: de agent die vecht voor rust en de burger die denkt dat diezelfde agent hem wil knechten. Daar zit geen communicatie meer tussen. Alleen wantrouwen en dat is gevaarlijker dan welk wapenstokincident dan ook.
De macht waar niemand op voorbereid is
Macht is een vreemd iets, het legt iets bloot in de mens. En als je niet goed begeleid wordt, als je intern geen ruimte hebt om te praten over wat het met je doet, dan ga je reageren. Niet omdat je slecht bent. Maar omdat je overleeft. Elke agent kent collega’s die uitvallen. Die stilstaan, die last hebben van slapeloosheid. Die getraumatiseerd raken, want PTSS is geen risico meer, het is een beroepsziekte. De zelfmoord onder deze beroepsgroep is groot.
Want vergeet niet: politieagenten komen dagelijks in aanraking met situaties waar jij jaren therapie voor zou krijgen. Denk aan zelfmoord, kindermishandeling, verkrachting en vreselijke familiedrama’s. Zelfs verwaarlozing van kwetsbare doelgroepen. Ze moeten die beelden dragen 24/7 en dan nog professioneel blijven. Ze gaan naar hun gezin en moeten doen alsof het een normale dag was.
Als ze zich dan eens vergissen, te scherp optreden, hun stem verheffen of hun grens verliezen dan ligt er een camera klaar. Dan wordt dat beeld het verhaal en dat verhaal wordt gedeeld, zonder kader, zonder nuance. Wat overblijft, is het idee: de politie is gevaarlijk. En dat idee nestelt zich via de social media zonder nuance. Ook in politiek onder jongeren. We hebben het gezien bij protestgroepen. Het uiteindelijk resultaat is geweld.
Het geweld komt niet alleen van de straat
De aanval op politie komt niet alleen van buiten. Hij komt ook van binnen, agenten voelen zich onvoldoende gesteund. Door de politiek, die hen gebruikt als schild voor beleid dat ze zelf niet maken. Door leidinggevenden die vooral procedure willen. Door een samenleving die complexer wordt, maar sneller oordeelt. En door collega’s die ook vechten om overeind te blijven.
Ze voelen zich niet gezien en niet beschermd. En precies dáár begint het gevaar. Want een mens die zich niet gezien voelt, verhardt. Wordt cynisch en gaat zich afsluiten. En in een beroep waar empathie, communicatie en controle het verschil maken tussen escalatie en de-escalatie, is dat een tikkende tijdbom.
Agenten moeten steeds meer doen met minder mankracht. De werkdruk is extreem. De agressie neemt toe. En tegelijkertijd eist de samenleving dat ze foutloos zijn. Onmenselijk correct. Vol begrip. Onverstoorbaar. Maar ze zijn mensen. En dat vergeten we collectief. Omdat we ze nodig hebben als zondebok. Want de werkelijke problemen ongelijkheid, frustratie, politiek wanbeleid zijn te groot, te vaag, te stroperig. Dan is het makkelijker om die vent met zijn helm de schuld te geven.
Er is geen wij tegen zij
We moeten stoppen met het verhaal van “de politie” als een aparte groep. Er is geen wij en zij. Agenten zijn mensen zoals jij en ik, maar dan met een ander uniform en de opdracht om jouw veiligheid te garanderen ook als je ze uitscheldt. Ook als je filmt. Ook als je je omdraait terwijl zij tussen jou en een dolgedraaide man met een mes in staan.
En ja, er zijn rotte appels, zoals in elk beroep. Maar ze zijn niet de standaard, ze zijn niet de reden om een hele beroepsgroep te haten. En ze zijn al helemaal geen excuus om geweld te plegen tegen mensen die in dienst van ons allemaal staan.
Wat we nodig hebben is wederzijds bewustzijn. Weten wat er speelt aan de andere kant van het scherm. Begrijpen dat niemand onkwetsbaar is. En dat het misschien tijd is dat we niet alleen van agenten verwachten dat ze in ons investeren, maar dat wij ook eens investeren in hen.
Door agenten serieus te nemen, ze ruimte te geven, naar ze te luisteren en hen te behandelen zoals we zelf behandeld willen worden: als mens.
Ook het lezen waard (zeg ik zelf)
Nieuwsbrief? Ja, maar zonder poeha
Ja, je ziet veel op internet. Maar niet met mijn woorden, mijn scherpte en mijn humor.
Schrijf je in als je:
- Genoeg hebt van lege updates
- Soms wilt lachen én nadenken
- Wilt weten waar ik me nu weer druk om maak
Kort, scherp en alleen als het ergens over gaat.